Al vanaf zijn 6e jaar is Jan besmet met het duivenvirus dat hij heeft opgelopen bij zijn opa Jan Karsten, die louter voor zijn plezier sier en postduiven bij zijn woning in Hulsen (gemeente Nijverdal) had vliegen. De 1e jaren waren het de van opa gekregen sierduiven en meeuwtjes die het hokje van Jan bij zijn ouderlijke woning in Wierden bevolkten, maar al gauw ging zijn voorkeur uit naar postduiven.